Changeset: df6882392ba9 for MonetDB
URL: http://dev.monetdb.org/hg/MonetDB?cmd=3Dchangeset;node=3Ddf6882392ba9
Modified Files:
        
sql/test/BugTracker-2010/Tests/error-truncated.Bug-2615.stable.err.Darwin
Branch: Dec2016
Log Message:

Approved after changeset 891a9c0505d5.


diffs (12 lines):

diff --git a/sql/test/BugTracker-2010/Tests/error-truncated.Bug-2615.stable=
.err.Darwin b/sql/test/BugTracker-2010/Tests/error-truncated.Bug-2615.stabl=
e.err.Darwin
--- a/sql/test/BugTracker-2010/Tests/error-truncated.Bug-2615.stable.err.Da=
rwin
+++ b/sql/test/BugTracker-2010/Tests/error-truncated.Bug-2615.stable.err.Da=
rwin
@@ -73,7 +73,7 @@ stderr of test 'error-truncated.Bug-2615
 MAPI  =3D (monetdb) /var/tmp/mtest-23209/.s.monetdb.33225
 QUERY =3D COPY 2 RECORDS INTO uitspraken FROM STDIN DELIMITERS '\t', '\n' =
NULL as '';
         277351 AA7351  1       Rechtbank 's-Gravenhage 2000-08-04              
AWB 00/6928, 0=
0/6929, 00/6930 Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage\nzittinghoudende =
te Haarlem\nfungerend president\nenkelvoudige kamer voor Vreemdelingenzaken=
\n\nU I T S P R A A K\n\nartikel 8:81 en 8:86 Algemene Wet Bestuursrecht (A=
wb)\nartikel 33a, 34a en 34j Vreemdelingenwet (Vw)\n\nreg.nr: AWB 00/6928 V=
RWET H (voorlopige voorziening)\nAWB 00/6929 VRWET H (beroepszaak)\nAWB 00/=
6930 VRWET H (vrijheidsontneming)\n\ninzake: A, geboren op [...] 1964, van =
Iraakse\nnationaliteit, verblijvende in het Grenshospitium te\nAmsterdam, v=
erzoeker,\ngemachtigde: mr. M.R. van der Linde, advocaat te Utrecht,\n\nteg=
en: de Staatssecretaris van Justitie, verweerder,\ngemachtigden: mr. M. Ram=
saroep en mr. T.H.T.W. Zee, werkzaam bij de onder verweerder ressorterende =
Immigratie- en Naturalisatiedienst te 's-Gravenhage.\n\n1.  GEGEVENS INZAKE=
 HET GEDING\n\n1.1. Aan de orde is het verzoek om voorlopige voorziening ha=
ngende het beroep van verzoeker tegen de beschikking van verweerder van 21 =
juli 2000. Deze beschikking is genomen in het kader van de zogenoemde AC-pr=
ocedure en behelst de  \nniet-inwilliging van de aanvraag om toelating als =
vluchteling en strekt tevens tot het niet verlenen van een vergunning tot v=
erblijf wegens klemmende redenen van humanitaire aard. Verzocht wordt om sc=
horsing van de beslissing van  \nverweerder om uitzetting niet achterwege t=
e laten totdat op het beroep tegen voormelde beschikking is beslist.\n\n1.2=
 Voorts is aan de orde het beroep gericht tegen de vrijheidsontnemende maat=
regel van artikel 7a Vw die verweerder verzoeker met ingang van 18 juli 200=
0 heeft opgelegd. Dit beroep strekt tevens tot toekenning van schadevergoed=
ing.  \n\n1.3 De openbare behandeling van de geschillen heeft plaatsgevonde=
n op 2 augustus 2000. Daarbij hebben verzoeker en verweerder bij monde van =
hun gemachtigden hun standpunten nader uiteengezet. Voorts is verzoeker ter=
 zitting gehoord.  \n\n2. OVERWEGINGEN\n\n2.1 Ingevolge artikel 8:81 van de=
 Awb kan, indien tegen een besluit bij de rechtbank beroep is ingesteld, de=
 president van de rechtbank die bevoegd is in de hoofdzaak op verzoek een v=
oorlopige voorziening treffen indien onverwijlde  \nspoed, gelet op de betr=
okken belangen, zulks vereist.\n\n2.2 Op grond van artikel 8:86 van de Awb =
heeft de president na behandeling ter zitting van het verzoek om een voorlo=
pige voorziening de bevoegdheid om, indien hij van oordeel is dat nader ond=
erzoek redelijkerwijs niet kan bijdragen  \naan de beoordeling van de zaak,=
 onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak. Er bestaat in dit geval aa=
nleiding om van deze bevoegdheid gebruik te maken.\n\n2.3 De AC-procedure v=
oorziet in een afdoening van asielaanvragen binnen 48 uur. Deze procedure l=
eent zich slechts voor die asielaanvragen waaromtrent binnen deze korte ter=
mijn procedureel en inhoudelijk naar behoren kan worden  \nbeslist.\n\n2.4 =
Bij de beoordeling of in het onderhavige geval van een zodanige aanvraag sp=
rake is, is het volgende van belang.\n\n2.5 Ingevolge het door verweerder g=
evoerde beleid, neergelegd in hoofdstuk B7/3 Vc 1994, bestaat de AC-procedu=
re uit twee fasen. Het eerste deel betreft in ieder geval de formele indien=
ing van de asielaanvraag en het onderzoek naar  \nidentiteit, nationaliteit=
 en reisroute. Het tweede deel betreft de beoordeling van de asielaanvraag.=
 Voor het tweede deel zijn maximaal 24 procesuren beschikbaar. Indien de ee=
rste fase langer dan 24 uur duurt, gaat dit ten koste van  \nde tijd die be=
schikbaar is voor de tweede fase.\nIn principe vindt doorverwijzing naar ee=
n OC plaats indien de AC-procedure langer duurt dan 48 procesuren.\n\n2.6 T=
er beoordeling ligt allereerst voor de vraag of het tweede deel van de AC-p=
rocedure is afgerond binnen de voor dat deel maximaal beschikbare termijn v=
an 24 procesuren. Hierover overweegt de president als volgt.\n\n2.7 Tussen =
partijen is niet in geschil dat (een afschrift van) de beslissing op de asi=
elaanvraag van verzoeker aan verzoeker is uitgereikt op een moment dat reed=
s 23 uur en 54 minuten waren verstreken van de beschikbare tijd van 24  \np=
rocesuren.\n\n2.8 In hoofdstuk B7/3.1 Vc 1994 is bepaald dat een beschikkin=
g voor het einde van de AC-termijn wordt uitgereikt en de rechtsbijstandver=
lener een uur de tijd heeft om aan te geven of een rechtsmiddel wordt aange=
wend. Hieruit kan  \nworden afgeleid dat het laatste uur van eerdergenoemde=
 termijn van 24 procesuren exclusief gereserveerd is voor de rechtsbijstand=
verlener en dat verweerder van dit uur geen gebruik mag maken. Nu verweerde=
r, zoals blijkt uit het  \nvoorgaande, van bedoeld uur wel gebruik heeft ge=
maakt, heeft verweerder in strijd gehandeld met zijn eigen beleid aangaande=
 de AC-procedure.\n\n2.9 De gemachtigde van verweerder heeft ter zitting be=
toogd dat verzoeker door het vorenstaande niet is benadeeld omdat het recht=
smiddel niet is aangewend binnen het uur dat de rechtshulpverlening alsnog =
heeft kunnen gebruiken, maar  \npas enkele uren daarna. Dit betoog faalt na=
ar het oordeel van de president.\nDaartoe is het navolgende redengevend.\n\=
n2.10 Verweerder heeft zich blijkens zijn eigen beleid ten doel gesteld om =
de AC-procedure, met inachtneming van de eisen van zorgvuldigheid, binnen 4=
8 uren af te ronden. Dit impliceert dat de tijd die de rechtsbijstandverlen=
ing  \ntoekomt in ieder geval in acht moet worden genomen en dat, zoals hie=
rvoor al is opgemerkt, doorverwijzing naar een OC behoort plaats te vinden =
indien de procedure langer duurt dan 48 uren, tenzij duidelijk is dat beide=
 partijen met  \neen overschrijding instemmen.\nIndien, zoals in casu, de 4=
8-uursprocedure alleen kan worden gehaald ten detrimente van het laatste uu=
r dat aan de rechtsbijstandsverlening toekomt en de procedure desondanks wo=
rdt voortgezet, moet daarom in beginsel worden  \naangenomen dat verzoeker =
hierdoor in zijn belangen is geschaad. Dat het rechtsmiddel pas na enige ti=
jd is ingesteld is hierbij\nirrelevant, reeds omdat uit het beleid niet kan=
 worden afgeleid dat het rechtsmiddel binnen de beschikbare termijn van 48 =
procesuren daadwerkelijk moet worden aangewend.\n\n2.11 Verweerder heeft te=
r zitting voorts aangevoerd dat, wat er ook zij van het vorenstaande, de te=
rmijnoverschrijding desondanks voor rekening van verzoeker moet komen. Verw=
eerder heeft daartoe, onder verwijzing naar hoofdstuk  \nB7/3.2 en B7/5.2 V=
c 1994, betoogd dat de rechtsbijstandverlener de voor de voor- en nabesprek=
ing van het nader gehoor beschikbare tijd ruimschoots heeft overschreden. D=
ienaangaande overweegt de president als volgt.\n\n2.12 Er is, aldus hoofdst=
uk B7/3.2 Vc 1994, geen sprake van termijnoverschrijding (onder meer) indie=
n de asielzoeker binnen de 48 procesuren meer tijd benut met rechtsbijstand=
 dan de termijnen die daarvoor formeel beschikbaar zijn  \n(de extra tijd g=
eldt niet als proceduretijd en is in het belang van de asielzoeker).\nIngev=
olge hoofdstuk B7/5.2 Vc 1994 heeft de asielzoeker voor aanvang van het nad=
er gehoor gedurende maximaal twee uur de gelegenheid om met behulp van een =
rechtsbijstandverlener het verslag van het eerste gehoor en overige  \nonde=
rzoeksresultaten uit de eerste fase na te bespreken en zich voor te bereide=
n op het nader gehoor.\nNa afronding van het nader gehoor krijgt de asielzo=
eker ingevolge hoofdstuk B7/5.3 Vc 1994 maximaal drie uur de gelegenheid te=
 reageren op het voornemen van verweerder de asielaanvraag niet in te willi=
gen en het rapport van het  \nnader gehoor na te bespreken. De rechtsbijsta=
ndverlener kan binnen die termijn (schriftelijk) reageren op het voornemen =
van de IND.\n\n2.13 In een tweetal uitspraken van de president van deze rec=
htbank en nevenzittingsplaats van 14 juli 2000 (onder meer geregistreerd on=
der de nummers AWB 00\\6203 VRWET H t/m AWB 00/6205 VRWET H) is overwogen d=
at verweerder reeds nu  \ngehouden kan worden aan zijn primaire verantwoord=
elijkheid voor bewaking van de 48-uurstermijn. Voorts is overwogen dat dit =
betekent dat verweerder de rechtsbijstandverlener er in een voorkomend geva=
l op moet wijzen dat de voor  \nrechtsbijstand beschikbare tijd is overschr=
eden. Een en ander brengt met zich mee dat indien in het dossier een deugde=
lijke verslaglegging van vertragende gebeurtenissen of omstandigheden ontbr=
eekt, aangenomen zal moeten worden dat  \nverweerder de\nrechtsbijstandverl=
ener niet aan de hem toekomende tijd heeft gehouden en de termijnoverschrij=
ding aan verweerder, als bewaker van de door hem zelf ingevoerde 48-uurster=
mijn, zal worden toegerekend.\n\n2.14 Uit de beschikbare stukken kan niet w=
orden afgeleid dat verweerder de rechtsbijstandverlener op het moment van o=
verschrijding van de voor de voor- en nabespreking van het nader gehoor bes=
chikbare termijnen op die overschrijding  \nheeft gewezen. Ter zitting heef=
t de gemachtigde van verweerder hieromtrent niet meer duidelijkheid kunnen =
verschaffen. Deze omstandigheid brengt de president, gelet op hetgeen in 2.=
13 is overwogen, tot het oordeel dat verweerder te  \nkort is geschoten in =
zijn primaire verantwoordelijkheid voor de bewaking van de 48-uurstermijn. =
De gemachtigde van verweerder heeft ter zitting weliswaar aangegeven dat de=
 Afdeling Planning van het Aanmeldcentrum Schiphol inmiddels  \nis verzocht=
 de processtappen duidelijker op te nemen in het dossier, doch deze omstand=
igheid doet niets af aan het vorenstaande, nu van uitvoering van dit verzoe=
k in de onderhavige zaak niet is gebleken.\n\n2.15 Het beroep tegen de afwi=
jzende beschikking op de asielaanvraag van verzoeker zal dan ook gegrond wo=
rden verklaard. Gegeven deze beslissing bestaat geen aanleiding meer voor t=
oewijzing van het verzoek om voorlopige voorziening.\n\n2.16 Ten aanzien va=
n de op 18 juli 2000 aan verzoeker opgelegde vrijheidsbenemende maatregel o=
verweegt de rechtbank als volgt.\n\n2.17 Gelet op voormelde gegrondverklari=
ng van het beroep is de grond voor de voortgezette toepassing van de vrijhe=
idsbenemende maatregel komen te ontbreken. Het beroep tegen de voortduring =
van de maatregel na de beslissing op de  \naanvraag is derhalve gegrond.\n\=
n2.18 Het betoog van de gemachtigde van verzoeker dat oplegging van de vrij=
heidsbenemende maatregel van meet af aan onrechtmatig is, nu verwijderingen=
 naar (Noord-)Irak de facto niet\nplaatsvinden, faalt naar het oordeel van =
de rechtbank. Hierbij is in aanmerking genomen de mededeling van de gemacht=
igde van verweerder ter zitting dat (vrijwillige) terugkeer naar\n(Noord-)I=
rak mogelijk is door tussenkomst van de Internationale Organisatie voor Mig=
ratie (IOM). De rechtbank ziet geen aanleiding om aan de inhoud van deze me=
dedeling te twijfelen en verwijst in dit verband voorts naar de uitspraak  =
\nvan deze rechtbank en nevenzittingsplaats van 11 juli 2000 (geregistreerd=
 onder de nummers AWB 00/5810 VRWET H t/m AWB 00/5812 VRWET H). Bovendien i=
s in dit verband nog van belang dat verzoeker door verweerder is geclaimd b=
ij de  \nGeorgische luchtvaartmaatschappij waarmee hij naar Nederland is ge=
komen en verweerder derhalve in eerste instantie, indien verzoeker Nederlan=
d zal dienen te verlaten, zal pogen verzoeker naar Georgi=EB te verwijderen=
.\n\n2.19 Nu de toepassing van de maatregel, gelet op het vorenstaande, van=
af 21 juli 2000 onrechtmatig is geweest, wordt, gelet op het in het Aanmeld=
centrum Schiphol en het Grenshospitium te Amsterdam geldende regime, een  \=
nschadevergoeding toegekend van totaal f 1.450,--, zijnde een vergoeding va=
n f 150,-- voor een dag in het Aanmeldcentrum en een vergoeding van f 100,-=
 per dag voor 13 dagen in het Grenshospitium.\n\n2.20 In dit geval ziet de =
president aanleiding verweerder met toepassing van artikel 8:75, eerste lid=
, Awb te veroordelen in de door verzoeker gemaakte proceskosten, zulks met\=
ninachtneming van het Besluit proceskosten bestuursrecht. De kosten zijn op=
 voet van het bepaalde in het bovengenoemde Besluit vastgesteld op f 1.420,=
-- (1 punt voor het\nverzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitt=
ing, wegingsfactor 1). Aangezien ten behoeve van verzoeker een toevoeging i=
s verleend krachtens de Wet op de rechtsbijstand, dient ingevolge het tweed=
e lid van artikel 8:75 Awb  \nde betaling van dit bedrag te geschieden aan =
de griffier.\n\n2.21 De president ziet tevens aanleiding om met toepassing =
van artikel 8:82, vierde lid, Awb, te bepalen dat verweerder aan verzoeker =
het zowel voor de hoofdzaak als voor het verzoek om voorlopige voorziening =
betaalde griffierecht  \nad telkens f 50,-- zal vergoeden.\n\n3. BESLISSING=
\n\nDe fungerend president:\n\n3.1 verklaart het beroep gegrond en vernieti=
gt de bestreden beschikking van 21 juli 2000;\n\n3.2 draagt verweerder op e=
en nieuwe beschikking te nemen op de aanvraag van 19 juli 2000;\n\n3.3 wijs=
t het verzoek om een voorlopige voorziening af;\n\n3.4 veroordeelt verweerd=
er in de proceskosten ad f 1.420,-- onder aanwijzing van de Staat der Neder=
landen als rechtspersoon die deze kosten aan de griffier van deze rechtbank=
, nevenzittingsplaats Haarlem, moet voldoen;\n\n3.5 wijst de Staat der Nede=
rlanden aan als rechtspersoon ter vergoeding van het door verzoeker betaald=
e griffierecht ad tweemaal f 50,--.\n\nDe rechtbank:\n\n3.6 verklaart het b=
eroep tegen de vrijheidsontnemende maatregel ex artikel 7a, tweede en derde=
 lid, Vw gegrond en beveelt de opheffing van de maatregel van de vreemdelin=
g met ingang van\n4 augustus 2000;\n\n3.7 wijst het verzoek om toekenning v=
an schadevergoeding toe;\n\n3.8 kent aan de vreemdeling ten laste van de St=
aat (Ministerie van Justitie) een vergoeding toe van f 1.450,-- (zegge: vee=
rtienhonderdenvijftig), uit te betalen door de griffier van deze rechtbank,=
 nevenzittingsplaats Haarlem;\n\n3.9 veroordeelt verweerder in de proceskos=
ten ad f 710,--, onder aanwijzing van de Staat der Nederlanden als rechtspe=
rsoon, die deze kosten aan de griffier van deze rechtbank, nevenzittingspla=
ats Haarlem, moet voldoen.\n\nDeze uitspraak is gedaan door mr. G.F.H. Lyck=
lama =E0 Nijeholt, fungerend president, tevens lid van de enkelvoudige kame=
r voor vreemdelingenzaken, en uitgesproken in het openbaar op 4 augustus 20=
00, in tegenwoordigheid van mr. J.E.  \nBierling als griffier.\n\nVoornoemd=
 lid van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken beveelt de tenuitvoe=
rlegging van de in deze uitspraak toegekende schadevergoeding ten bedrage v=
an f 1.450,-- (zegge: veertienhonderdenvijftig).\n\nAldus gedaan op 4 augus=
tus 2000, door mr. G.F.H. Lycklama =E0 Nijeholt, lid van de enkelvoudige ka=
mer voor vreemdelingenzaken.\n\nafschrift verzonden op: 4 augustus 2000\nRE=
CHTSMIDDEL\n\nTegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Gerechts=
hof te 's-Gravenhage, voor zover het betreft de beslissing inzake schadever=
goeding. De Officier van Justitie kan binnen veertien dagen na de uitspraak=
 en de vreemdeling  \nbinnen een maand na de betekening van de uitspraak ho=
ger beroep instellen door het indienen van een verklaring als bedoeld in de=
 artikelen 449 en 451a van het Wetboek van Strafvordering bij de Arrondisse=
mentsrechtbank te  \n's-Gravenhage, zittingsplaats Haarlem.\n\nVoor het ove=
rige staat geen gewoon rechtsmiddel open.\n             Haarlem Vreemdelingen   
        Voorlop=
ige voorziening+bodemzaak       =09
-ERROR =3D !Failed to import table line 2 field uitspraak 'clob' expected i=
n 'Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage\nzittinghoudende te Haarlem\nf=
ungerend president\nenkelvoudige kamer voor Vreemdelingenzaken\n\nU I T S P=
 R A A K\n\nartikel 8:81 en 8:86 Algemene Wet Bestuursrecht (Awb)\nartikel =
33a, 34a en 34j Vreemdelingenwet (Vw)\n\nreg.nr: AWB 00/6928 VRWET H (voorl=
opige voorziening)\nAWB 00/6929 VRWET H (beroepszaak)\nAWB 00/6930 VRWET H =
(vrijheidsontneming)\n\ninzake: A, geboren op [...] 1964, van Iraakse\nnati=
onaliteit, verblijvende in het Grenshospitium te\nAmsterdam, verzoeker,\nge=
machtigde: mr. M.R. van der Linde, advocaat te Utrecht,\n\ntegen: de Staats=
secretaris van Justitie, verweerder,\ngemachtigden: mr. M. Ramsaroep en mr.=
 T.H.T.W. Zee, werkzaam bij de onder verweerder ressorterende Immigratie- e=
n Naturalisatiedienst te 's-Gravenhage.\n\n1.  GEGEVENS INZAKE HET GEDING\n=
\n1.1. Aan de orde is het verzoek om voorlopige voorziening hangende het be=
roep van verzoeker tegen de beschikking van verweerder van 21 juli 2000. De=
ze besch
+ERROR =3D !Failed to import table 'uitspraken', line 2 field uitspraak 'cl=
ob' expected in 'Arrondissementsrechtbank te 's-Gravenhage\nzittinghoudende=
 te Haarlem\nfungerend president\nenkelvoudige kamer voor Vreemdelingenzake=
n\n\nU I T S P R A A K\n\nartikel 8:81 en 8:86 Algemene Wet Bestuursrecht (=
Awb)\nartikel 33a, 34a en 34j Vreemdelingenwet (Vw)\n\nreg.nr: AWB 00/6928 =
VRWET H (voorlopige voorziening)\nAWB 00/6929 VRWET H (beroepszaak)\nAWB 00=
/6930 VRWET H (vrijheidsontneming)\n\ninzake: A, geboren op [...] 1964, van=
 Iraakse\nnationaliteit, verblijvende in het Grenshospitium te\nAmsterdam, =
verzoeker,\ngemachtigde: mr. M.R. van der Linde, advocaat te Utrecht,\n\nte=
gen: de Staatssecretaris van Justitie, verweerder,\ngemachtigden: mr. M. Ra=
msaroep en mr. T.H.T.W. Zee, werkzaam bij de onder verweerder ressorterende=
 Immigratie- en Naturalisatiedienst te 's-Gravenhage.\n\n1.  GEGEVENS INZAK=
E HET GEDING\n\n1.1. Aan de orde is het verzoek om voorlopige voorziening h=
angende het beroep van verzoeker tegen de beschikking van verweerder van 21=
 juli 2000. Deze besch
=20
=20
 # 17:25:18 > =20
_______________________________________________
checkin-list mailing list
checkin-list@monetdb.org
https://www.monetdb.org/mailman/listinfo/checkin-list

Reply via email to