http://www.denieuwereporter.nl/?p=1404

Krantensites moeten geen reacties toestaan onder artikelen

Posted By Reinder Rustema On 8th januari 2008 @ 11:25

Bezoekers van krantensites die op een artikel reageren, doen dat niet
om het artikel te verbeteren, maar om het plezier van het reageren.
Het publiek van de gemiddelde krant is bovendien zo groot dat er al
snel een Babylonische spraakverwarring ontstaat. Een discussie tussen
mensen met totaal verschillende achtergronden die elkaar niet
(willen) begrijpen kan spannend en spectaculair zijn, maar het
informatieve of constructieve gehalte ervan is beperkt. Kranten doen
er daarom verstandig aan de online discussies over te laten aan sites
waar wel een goede discussie op gang kan komen, vindt Reinder Rustema.


Een tijdje geleden [1] zei ik tijdens een discussiebijeenkomst over
anonieme reacties en trollen dat het beter is als kranten geen
reacties toestaan onder hun artikelen. Maar waarom niet en hoe zou
het dan wel moeten?

Kranten zijn vooral goed in het bepalen van de nieuwsagenda en
verslag doen van het politieke proces. Webfora op internet zijn
vooral heel geschikt om aan veel verschillende gezichtspunten ruimte
te bieden, signaleerde Tamara Witschge vorig jaar in haar [2]
proefschrift (In)difference online - The openness of public
discussion on immigration over de openheid van de publieke sfeer op
internet. Omdat veel diverse perspectieven niet makkelijk in één
krantenartikel passen, een journalist heeft daar immers nooit genoeg
tijd en ruimte voor, stel ik voor dat de lezers van een artikel
moeten kunnen teruglinken naar discussies waar het artikel centraal
staat. De door Witschge bij kranten gesignaleerde nadruk op proces
ten koste van inhoud kan zo gecompenseerd worden door ingangen te
geven naar inhoudelijke discussies elders.

Netiquette

Mijn uitspraak was onder andere gebaseerd op mijn ervaringen met
Usenet. In nieuwsgroepen zijn er weinig mensen die een discussiedraad
starten met een eigen vraag of stelling. Behalve in de nieuwsgroepen
die over iets technisch of persoonlijks gaan, is iets uit de
massamedia meestal de aanleiding voor discussie: een tv-uitzending,
een krantenartikel, een nieuwe film of een reclamecampagne
bijvoorbeeld. Zo was in het onderzoek van Witschge het nieuws over
'eerwraak' de aanleiding voor discussie in kranten en webfora. Maar
ook in de niet-algemene nieuwsgroepen is het nieuws over een nieuwe
computer of een documentaire over een ziekte eerder de aanleiding
voor de grote discussies dan 'tijdloze' postings.

Hoewel krantenartikelen goed functioneren als aanleiding, raken de
discussies die erop volgen snel off-topic. Volgens 'de netiquette'
zou een discussie moeten beginnen met een goed gedocumenteerde
originele vraag waarin men demonstreert dat een antwoord onvindbaar
is. De reacties op de vraag moeten dan naar degene die de vraag
stelt, die dan weer een samenvatting post. Een reactie in het
openbaar mag dan een verwijzing zijn met het ultieme antwoord of een
betere formulering van de vraag. In de praktijk werkt dat zelden zo
en wordt de tijd van lezers die geen tijd hebben voor 'gezellig
kletsen' op grote schaal verspild met discussies die alle kanten op
gaan.

Het vraag-antwoord model is ook achterhaald door de opkomst van het
web en zoekmachines. Degenen die op zoek zijn naar concrete
antwoorden vragen het een zoekmachine en stellen het niet zelf in een
nieuwsgroep of webforum. De antwoorden die boven komen drijven zijn
doorgaans afkomstig van een kleine klasse van specialisten en
hobbyisten die nog wel antwoorden toevoegen aan het web op webfora,
in eigen blogs of in artikelen bij gerenommeerde uitgevers. Gelukkig
is die percentueel kleine klasse van schrijvers absoluut nog steeds
heel groot en blijft het web zo een gezonde informatie-ecologie.

Hongerige reaguurders

Met nieuws en opinie is iets vergelijkbaars aan de hand. Het starten
en beheren van een gemeenschap op internet is heel eenvoudig
geworden, alleen het bij elkaar houden is lastiger, want er moet
continu input zijn om de hongerige reaguurders te voeren. Die input
komt doorgaans uit de actualiteit, waarbij het werk van journalisten,
bloggers en dergelijken dankbaar wordt gebruikt. Ook hier is er een
kleine klasse die iets nieuws toevoegt aan het web en de meerderheid
reageert en kopieert. Onder andere grote sites zoals fok.nl, [3]
tweakers.net en nujij.nl zijn gebaseerd op die behoefte om te
reageren. Gezellig kletsen over het nieuws ter ontspanning en
vermaak. Het nieuws leent zich immers uitstekend als bron voor
gespreksonderwerpen om het met vreemden over te hebben en die
websites faciliteren dat uitstekend.

Hetzelfde mechanisme dat we op Usenet al zagen zien we ook weer op
die sites; een begin maken is veel moeilijker dan reageren. Sterker
nog, ook journalisten maken zich daar schuldig aan. Reageren op het
werk van anderen met een eigen bijdrage is makkelijker dan met
origineel werk komen. Het risico dat je werk geen erkenning krijgt is
groter dan wanneer je je aansluit bij iets wat al geaccepteerd is als
onderwerp.

Die behoefte van mensen om te reageren op geaccepteerd nieuws lijkt
op het eerste gezicht een ideale manier voor kranten om lezers vast
te houden. Kranten in Nederland zijn, samen met de politieke agenda
van het parlement, immers toch bepalend voor de nieuwsagenda en zo
'voeren' ze het web. Maar kranten met een forum of een
reactiemogelijkheid onder artikelen gaan de concurrentie aan met
eerdergenoemde websites die het bijhouden van en reageren op 'het
nieuws' tot doel hebben. Op die sites is het 'off-topic' raken minder
een probleem omdat verstrooïng op basis van het nieuws daar het doel
is.

Vreemde stam

Reacties op krantenartikelen volgens de oude netiquette kunnen wel
nuttig zijn; een correctie, een aanvulling of doorverwijzing van
lezers kan een artikel heel eenvoudig verbeteren, maar dat kan goed
via een e-mail aan de auteur.

Het lastige van nieuws in de krant is dat heel veel mensen kunnen en
willen reageren. Niet om het artikel te verbeteren, maar voor het
plezier van het reageren. Bijvoorbeeld om verschillen aan te scherpen
en te provoceren of om zichzelf te horen en 'bezig te zijn' met het
nieuws. Het nadeel van een dergelijke discussie tussen 'reaguurders'
is dat het inhoudelijk vaak minder interessant is dan een discussie
tussen gelijkgezinden. Een discussie tussen mensen met totaal
verschillende achtergronden die elkaar niet (willen) begrijpen kan
spannend en spectaculair zijn, maar het informatieve of constructieve
gehalte ervan is er rechtevenredig negatief aan gerelateerd.
Doelgerichte gelijkgezinden die ook nog eens goed geïnformeerd zijn
leveren veel eerder een interessante discussie op dan een horde
'doelloze' reaguurders. Zo'n discussie vind je eerder in kleinere
gemeenschappen, stammen, die een bepaald artikel bespreken. Een
artikel kan zo een meerwaarde in die andere context krijgen.

Als buitenstaander meelezen bij een vreemde stam waar een artikel
wordt besproken kan veel beter voor begrip en betrokkenheid zorgen
dan een discussie tussen de afgevaardigden uit verschillende stammen
die het belang en de positie van de stam naar buiten denken te moeten
verdedigen. De respondenten in het eerdergenoemde onderzoek van
Witschge noemen de toegang tot andersdenkenden ook als een grote
meerwaarde van discussies op internet.

Onbetaalde ambassadeur

Het is dus zaak om onder elk artikel links naar die gemeenschappen
elders op het web te maken. Maar dat is moeilijk voor de journalist
omdat zij of hij nog niet weet door wie het artikel besproken zal
worden. Het blijft nu ook grotendeels onzichtbaar omdat kleine
gemeenschappen doorgaans alleen voor leden toegankelijk zijn.
Zoekmachines krijgen geen toegang en als ze het wel zouden krijgen
dan vinden ze de discussie over een artikel pas wanneer het niet meer
in de actualiteit is.

Dit probleem is typisch iets wat goed is op te lossen met de hulp van
lezers. In de analoge wereld is het heel normaal om een stuk uit de
krant te scheuren en mee te nemen naar een bijeenkomst. Helaas maken
kranten het nu juist moeilijk om een krantenknipsel elders op het web
te plaatsen. Op het web is het nu lastig om te linken naar een
krantenartikel omdat je eerst voor de krant moet betalen. Daar sta je
dan met je goede gedrag als betalend abonnee van een kwaliteitskrant.
Je wilt een artikel graag in je eigen gemeenschap op het web laten
lezen, maar dat mag niet van je krant.

Als de krant het wel makkelijk zou maken dan heeft de krant een
onbetaalde ambassadeur in die lezer. Maak het mogelijk voor een
abonnee om een artikel op een bepaalde plek te plaatsen en dan kunnen
andere lezers zien op welke websites er gereageerd wordt op een
artikel, als een soort 'trackback' zoals hier op De Nieuwe Reporter
ook in gebruik is.


[1] zei: http://www.denieuwereporter.nl/?p=1052
[2] proefschrift: http://dare.uva.nl/record/226641
[3] tweakers.net: http://tweakers.net



_______________________________________________
Gepubliceerd mailing list
Gepubliceerd@reinder.rustema.nl
http://rustema.nl/mailman/listinfo/gepubliceerd

Antwoord per e-mail aan