The attached file includes two articles, one in Dutch and the other in
Swedish -- the latter from the Swedish O.T.O. -- for any who want to pick
through them for leads.
     KENNETH ANGER EN DE CROWLEY-CONNECTIE
     [Dutch]
     by Ruud Vermeer, Copyright (c) 1999


Crowley en film

     Op 25 september 1920, het was op een zaterdag, schreef
Aleister Crowley in zijn dagboek:
     "I had an idea for a film, 'The Tailor', where a mean meek
little man, say the girl's father, despised and forgotten in the
course of the film, strikes a cunning blow at the end.  The
interest is absorbed by the fight of two men for the girl, and
then the tailor pops up, and sticks his scissors in her jugular."
     Hij was in films en het schrijven van scenario's
geïnteresseerd geraakt, onder andere door de aanwezigheid, op
zijn Abdij, van Jane Wolfe, een filmactrice. Hij legde haar zijn
probeersels voor en was tevreden over zichzelf toen zij ze goed
keurde. Voor zover ik heb kunnen achterhalen is er van die
scenario's maar één over, van een film die 'Odd Boots' moest gaan
heten.

Film en Magie I

     Film is het magisch medium bij uitstek. In een vage
gelijkenis met het oeroude schaduwspel in Plato's grot
volvoeren op mensen gelijkende wezens als in een trance de wil
van een onzichtbaar blijvende verhalenverteller. De regisseur is
de magiër bij uitstek, die al naar gelang de gecompliceerdheid
van zijn ritueel, al dan niet ingewikkelde handelingen kan laten
verrichten. De spelers lijken vaak niet meer dan marionetten.
     Filmmakers kan men over het algemeen ruwweg in twee groepen
indelen: 
     Zij die menen een 'eigen' werkelijkheid te scheppen
(subjectief);
     Zij die menen 'de' werkelijkheid weer te geven (objectief).

     In beide gevallen kan men stellen dat de filmmaker probeert
de kijk op de werkelijkheid van de toeschouwer te veranderen, in
het eerste geval direct door middel van het medium film zelf, in
het tweede geval door middel van hetgeen men laat zien. In dat
tweede geval praat men onder andere ook over de documentaire, het
lijkt op een 'officiële' versie van gebeurtenissen.  Dezelfde
indeling kunnen we ook maken als we kijken naar de middelen die
een filmmaker ten dienste staan.
     Misschien is het juist om te zeggen dat hoe primitiever de
middelen zijn, hoe persoonlijker het eindproduct over het
algemeen is. Stijl zal een hoop moeten vergoeden? Het is in dat
geval de persoonlijkheid van de filmmaker die van doorslaggevend
belang is. Hij zal ons moeten 'dwingen' om naar zijn film te
kijken.

Undergroundfilm

     In de jaren vijftig van de twintigste eeuw ontstond er in de
Verenigde Staten een toenemende beweging van jongeren die meer
persoonlijke vrijheid wilden. De eerste sporen daarvan waren al
in de tweede helft van de jaren veertig merkbaar. Toen waren het
enkelingen die hun onrustgevoelens trachtten kwijt te raken door
te reizen, drugs te gebruiken of naar jazzmuziek te luisteren.
Het was het ontstaan van de 'Beat Generation'. De interesse in
oosterse mystiek nam toe. Men wilde op allerlei manieren het
bewustzijn veranderen en verruimen. Er ontstond een idee dat de
wereld 'rijp' was voor een nieuw soort mens, ruimdenkender,
vrijer, vredelievender en ook gelukkiger. Interesse voor figuren
als Aleister Crowley nam explosief toe.
     Analoog aan die ontwikkeling was er ook een beweging van wat
'Undergroundfilms' werden genoemd.  Geïnspireerd door vroegere
stromingen als Dada en het Surrealisme, ontdekte men als het ware
opnieuw het medium film. Men dwong het publiek als het ware om
opnieuw naar films te leren kijken. Een nieuw soort symbolisme
leek te ontstaan, waarbij de kunstenaar het publiek wilde leren
om de zaken te zien zoals hij ze zag. Daarbij ging de intentie
voor de kwaliteit. De films werden gemaakt met vaak uiterst
primitieve middelen.

     Een andere drijfveer was om te breken met het monopolie wat
'Hollywood' leek te hebben op wat een film moest zijn en hoe die
er moest uit zien. De Undergroundfilms waren niet commercieel.
Men wilde niet in de eerste plaats het publiek vermaken. Daarbij
kwam dat men in feite alles zelf deed en niet onderworpen was
aan het gezag of de ideeën van een producer of geldschieter die
uit naam van een grote maatschappij de film vooral wilde
verkopen. In tegendeel, doordat de films ongecensureerd waren en
vaak ook experimenteerden met het tijd-ruimte idee, veroorzaakte
een aantal van de eerste Undergroundfilms nogal wat rellen.

     De films waren veelal een verslag van spontane
gebeurtenissen, waarbij alleen het kader vast stond.  Op het
moment dat er wel sprake was van een script, bleek vaak dat dat
zo moeilijk te verfilmen was, dat een filmmaker toch weer op
eigen inzichten moest af gaan. Toch was er een mate van
herkenbaarheid aanwezig: de acteurs moesten zelf improviseren;
iets dat op het toneel al langer de gewoonte was. En ook nog op
de montagetafel konden de regisseurs hun beelden bewerken.

Film en magie II

     Het occulte, het magische is veelvuldig als onderwerp in
films aan bod geweest. We hoeven in de laatste jaren alleen maar
te denken aan de op magische wijze weer uit de dood verrezen
zombies, vampiers en weerwolven aan de ene kant en de
Fantasy-films met almachtige tovenaars aan de andere kant. Het
aantrekkelijke is hierbij dat films dingen zichtbaar kunnen maken
die in het 'normale' leven onzichtbaar blijven.
     Tovenarij door het beeld zelf blijft echter een (wens?) 
droom. In de middeleeuwen, maar zeer zeker ook daarna, trachtte
men mensen te betoveren door middel van magische beelden,
diagrammen met vreemdsoortige lettercombinaties. Het lijkt er
soms op alsof sommige filmmakers datzelfde effect proberen te
bereiken door middel van een soort collage van beelden.

Kenneth Anger

     Een filmmaker die veel energie en magie in zijn films
stopte, en dat bovendien deed op een manier die veel filmcritici
deed besluiten hem in te delen bij de al eerder beschreven
undergroundfilmmakers, is Kenneth Anger.
     Anger werd geboren in 1930 in Santa Monica, Californië. Hij
groeide op in Hollywood, waar hij als een kindsterretje te zien
is in een aantal films, onder andere in een versie van "Midsummer
Night's Dream."  Zelf zegt hij al op zevenjarige leeftijd een
eerste film te hebben gemaakt met de 16mm camera die z'n ouders
net hadden gekocht.  Zijn eerste 'officiële' film is "Rocking my
Dreamboat" uit 1941. Andere films volgden.
     Zijn eerste belangrijke film, "Fireworks", maakte hij toen
hij zeventien was. De film werd bij hem thuis opgenomen toen zijn
ouders drie dagen weg waren voor de begrafenis van een
familielid. Het is eigenlijke een vijftien minuten durende
sado-masochistische droom van een homoseksuele jongen.
     "In the film a boy, played by Anger, is spectacularly beaten
up by sailors. His heart is torn from his entrails and revealed
to be an electric meter. And when the penis of a sailor becomes a
shooting candle, Anger turns into a tinsel-laden Christmas tree
in ironic ecstasy."
     Naar aanleiding van het zien van deze film werd Anger door
Jean Cocteau uitgenodigd om naar Frankrijk te komen. Daar begint
hij aan de verfilming van "Maldoror". Het is de eerste van vele
projecten waaraan Anger begint, zonder het af te maken.
     In 1953 maakte hij "Eaux d'Artifice," door Anger zelf
omschreven als een "Hide and seek in a night-time labyrinth of
cascades, balustrades, grottoes, and leaping fountains, until the
searching figure and the fountain become one."
     De film is opgenomen in zwart-wit, maar afgedrukt op
kleurenfilm door een blauw filter en daarna met de hand
ingekleurd. De zoekende figuur, de 'Waterheks', aangekleed als
een hofdame in barokkledij was in werkelijkheid een van het
circus ingehuurde dwerg, gekozen om de schaal van de tuinen nog
ruimtelijker te maken. Het maanverlichte landschap was in
werkelijkheid opgenomen gedurende middagen.

     Het is wellicht in deze tijd geweest dat Anger
geïnteresseerd raakte in de ideeën en figuur van ALEISTER
CROWLEY. In 1955 maakte hij voor de Britse televisie een
documentaire over de Abdij van Thelema op Sicilië, waarbij hij de
schilderingen van Crowley op de muren ontdeed van het eroverheen
gekwakte witte pleisterwerk.
     In het jaar ervoor had hij de eerste versie van
"Inauguration of the Pleasure Dome" uitgebracht.
     "Lord Shiva, the Magician, wakes.  A convocation of
Theurgists in the guise of figures from mythology bearing gifts:
The Scarlet Woman, Whore of Heaven, smokes a big fat joint;
Astarte of the Moon brings the wings of snow; Pan bestows the
bunch of bacchus; Hecate offers the Sacred Mushroom, Yage,
Wormwood brew. The vintage of Hecate is poured; Pan's cup is
poisoned by Lord Shiva.  The ORGIA ensues; a Magick masquerade
party at which Pan is the prize.  Lady Kali blesses the rites of
the Children of Light as Lord Shiva invokes the Godhead with the
formula, 'FORCE AND FIRE'.  Dedicated to the Few; and to Aleister
Crowley; and to the Crowned and Conquering Child."
     Van deze film bestaat een aantal versies. De eerste eindigde
met drie verschillende beeldschermen, waarop elk van de schermen
zes over elkaar heen lopende beelden waren te zien. In 1966
maakte hij er een nieuwe 'psychedelische' versie van, waarin
alles op één scherm te zien is.
     Na "Inauguration..." maakte hij in 1964 zijn misschien wel
bekendste en beruchtste film: "Scorpio Rising".  Het is een film
over homoseksualiteit en motoren met als geluid vijftien
Amerikaanse tophits uit het begin van de jaren zestig.

     "He saw pop songs, drug use, motorcyclists, the teenage fad
of Nazi-symbols, and so on, as strong manifestations of fomenting
demonic forces."

     Anger lijkt naast magie gebiologeerd door de energie en de
kracht opgewekt door machines. "Scorpio Rising" geeft een soort
geïdealiseerd beeld van machines. Door de manier van filmen en
monteren (er zitten bijvoorbeeld stukken van een film over het
leven van Jezus doorheen gemonteerd, samen met beelden van Marlon
Brando uit "The Wild One," James Dean en Adolf Hitler) krijgen de
machines en de onderdelen iets fetisch-achtigs.
     Anger zelf over deze film en de link met magie:

     "A conjuration of the Presiding Princes, Angels and Spirits
of the Spheres of MARS, formed as a 'high' view of the Myth of
the American Motorcyclist.  The Power Machines seen as a tribal
totem, from toy to terror.  Thanatos in chrome and black leather
and bursting jeans.  
     "PART 1: Boys & Bolts (masculine fascination with the Thing
that Goes).  PART 2: Image Maker (getting high on heroes: Dean's
Rebel and Brando's Johnny; the true view of J.C.). PART 3:
Walpurgis Party (J.C. Wallflower at the Cycler's Sabbath). PART
4: Rebel Rouser (the gathering of the Dark Legions, with a
message from our Sponsor).  
     "Dedicated to Jack Parsons, Victor Childe, Jim Powers, James
Dean, T.E. Lawrence, Hart Crane, Kurt Mann, The Society of
Spartans, The Hell's Angels, and all overgrown boys who will ever
follow the whistle of Love's Brother."
     Op een bepaalde manier is de film sinds zijn verschijnen een
soort tijdsdocument geworden. Dat is vooral te danken aan de
soundtrack van de sixties-hits.
     Voor een volgende korte film maakte Anger gebruik van de
kleurenschaal voor de "Princess", een tarotkaart, zoals deze
staat beschreven in Crowley's boek over Qabalah, "777." Het is
hèt handboek voor de magiër, waarin alle magische
correspondenties staan.  Kustom Kars Kommandos probeert
op deze manier de machine te verbinden met de Zegewagen van de
Tarot (grote Arcana nummer VII).  In '777' worden overigens als
correspondenties genoemd de kleuren roze en 'zeeschelp blauw'.
     Hierna was Anger van plan een film te maken die moest dienen
als een soort symbolisch portret van een nieuw tijdperk. Hij
leefde op dat ogenblik, het begin van de jaren zestig,
voornamelijk aan de westkust en maakte van nabij het ontstaan mee
van wat tegenwoordig de 'hippie-beweging' heet.  Hij associeerde
dat met het door Aiwaz en Crowley in "The Book of the Law" 
aangekondigde nieuwe tijdperk, het tijdperk van Horus.  Anger
vond in '777' dat Horus ook wel vereenzelvigd met Lucifer.  En
dan niet de Lucifer van de middeleeuwse demonendeskundigen, maar
de 'Brenger van het Licht', eerder te vereenzelvigen met Venus,
als ochtendster.
     Na de beschrijvingen van de voorafgaande films en een deel
van de ideeën die daaraan ten grondslag lagen, mag nu wel als
duidelijk worden aangenomen dat Anger, qua 'traditie' thuishoort
in de stroming van symbolisten en decadenten.  Niet voor niets is
Anger sterk door iemand als Cocteau beïnvloed.  In die sfeer
moeten we ook Anger's belangstelling voor de duivel of Satan
zoeken.  Hij is in deze eigenlijk een navolger van de Franse
decadenten, zoals Baudelaire, die "De Klaagzangen van Satan" 
schreef. Anger zelf probeerde ook "Maldoror" van de Comte de
Lautréamont te verfilmen en is ook ooit eens begonnen aan de
verfilming van het erotische meesterwerk "l'Histoire d'O."
     
     De film die Anger maakte heette "Lucifer Rising."  Maar hij
werd hierbij achtervolgd door het Ongeluk. De eerste versie moest
worden geschrapt omdat de vijfjarige jongen die Lucifer speelde
van een dak af sprong in een poging om te vliegen. De volgende
Lucifer werd gespeeld door Bobby Beausoleil, een knappe jongen,
die ook wel Cupid werd genoemd.  Beausoleil was gitarist en
speelde in meerdere groepen.  Hij was ook gevraagd om de
soundtrack te maken. Maar na een ruzie over geld, brak Beausoleil
in de studio in, stal het grootste deel van de film en verdween
met de auto van Anger. De auto begaf het vierhonderd mijl verder,
in de buurt van een afgelegen ranch in Californië's Death Valley.
Een ranch die op dat moment werd bewoond door ene Charles Manson
en diens 'Family'.
     Anger's reactie was typerend voor het beeld van 'de artiest
als lijdend voorwerp'. In de Village Voice, een weekblad voor
undergroundfilmers zette hij een paginagrote overlijdens-
advertentie voor zichzelf en vertrok naar Europa.

     In Londen maakte hij "Invocation to my Demon Brother," een
montage van overgebleven stukken van Lucifer Rising en andere
stukken film, waaronder fragmenten van het concert van de Rolling
Stones in Hyde Park (vlak na de dood van Brian Jones). Mick
Jagger maakte de soundtrack met behulp van een Moog Synthesizer.
Er deed ook een aantal leden van een Londense heksengroep mee,
die zichzelf verantwoordelijk zag voor het psychisch op gang
brengen van de 'Manson-moorden' in Los Angeles. 
     Ook Beausoleil was daarbij betrokken en kreeg levenslang
voor het vermoorden van collega-musicus Gary Hinman. Wie weet was
dit wel het gevolg van een vervloeking die, naar men zei, Anger
over Beausoleil had uitgesproken.  Na de diefstal had Anger een
hanger aan een ketting gedragen met aan de ene kant een portret
van Beausoleil en aan de andere kant een foto van een pad.  In de
hanger zat de tekst: "Bobby Beausoileil was turned into a toad by
Kenneth Anger."
     Ondertussen was Anger in Engeland druk bezig om de leden van
de Stones, met name Mick Jagger en Keith Richards met hun
'aanhang', te vragen om in 'Lucifer Rising' te verschijnen. Maar
of het nu was doordat Jagger niet met Lucifer vereenzelvigd wilde
worden, of om andere oorzaken; tenslotte zouden we in de 
uiteindelijke versie (1974) alleen Marianne Faithfull, als
Lilith, zien optreden. 

     In de film zien we met name Isis en Osiris elkaar over
afstanden tekens geven door middel van natuurkrachten. Er zijn
zonsopgangen te zien, draaikolken, bliksemschichten en erupties
van lava. Daartussen door zien we beelden van een eindeloze
fakkeloptocht. De Godin van de Maan richt haar smeekbede tot de
Zon. De zon komt op, precies in het midden van een
zonnewendealtaar. In het ronde gat, in het altaar, blijkt
een scharlaken demon te zitten, in de vorm van het strologische
symbool van Mercurius (God van communicatie en magie). We zien
een magiër bezig met een ritueel. Tenslotte verschijnt Lucifer.
De natuur antwoordt door middel van allerlei verschijnselen en
tenslotte zien we Isis en Osiris door de zuilengang van Karnak
wandelen om hun kind (Lucifer als Horus) te begroeten.  
     De rol van Osiris werd overigens gespeeld door Donald
Cammell, die zichzelf zag als 'GODSON' VAN ALEISTER CROWLEY en
die, samen met NICOLAS ROEG verantwoordelijk was voor de film
"Performance," waarin de hoofdrol werd gespeeld door MICK JAGGER.
     De muziek voor 'Lucifer Rising' werd gemaakt door Led
Zeppelin gitarist en Crowley-adept JIMMY PAGE.  
     Maar na een ruzie tussen Anger en Page werd in 1981 de
nieuwe muziek voor de film gemaakt door… Bobby Beausoleil!  
     God's wegen zijn ondoorgrondelijk zullen we maar zeggen.
     Het is nu anno 1990, onduidelijk of Anger ooit nog een
complete film zal afleveren.  In 1980 zag "The Paradise of the
Mice" het licht. Daarin waren voor het eerst ook tekenfilm
beelden te zien. Het was een film, opgedragen aan een vriend in
New York, die de grootste verzameling Mickey Mouse speelgoed
ter wereld zou hebben.

Babylon

     In oktober 1916 reisde Aleister Crowley, in de V.S. via de
westkust, van Vancouver af terug naar het oosten. In zijn
"Confessions" schreef hij:
     "I wandered on to Los Angeles, and, having been warned
against the cinema crowd of cocaine-crazed sexual lunatics and
the swarming maggots of near-occultists, I came through
undamaged."
     1916 is ook het jaar waarmee Kenneth Anger zijn Hollywood
Babylon laat beginnen. De eerste editie van die vreemde
verzameling van feiten en roddels over het Holly- wood van de
jaren twintig tot en met veertig, verscheen in 1959 in Parijs. In
1975 verscheen de definitieve versie, bijgewerkt tot en met
de Manson-moorden…
     "The '69 Tate massacre was not Old Hollywood. What befell
the red house on Cielo Drive resembled the devastation caused by
a jet plane crash: the Bad Ship Lollypop priloted by Uncle Sugar.
Charlie Manson - programmed puppet, deus ex-garbage can. Wasted
lives make waste, not tragedy."
     In 1984 verscheen "Hollywood Babylon II," wat nog meer van
hetzelfde bood. Beide delen puilen uit van de schandaalverhalen
over filmsterren die zich in hun openbare leven zogenaamd keurig
gedroegen, maar zich achter de schermen in allerlei onfrisse
zaken staken. Soms was dat niets anders dan seksueel genot in een
tijdperk en in een land waar dat eigenlijk niet kon, soms echter
had het te maken met moord en doodslag. Anger heeft zelf een
gigantische verzameling Hollywoodrelikwieen en heeft ze voorvoor
deze boeken zo te zien ruimschoots kunnen gebruiken.
     Beide delen beginnen overigens met een citaat uit "The Book
of the Law": "Every man and every woman is a star.'
     De meeste verhalen die Anger schrijft waren in de tijd dat
ze de sterren hinderden en soms ten onder deden gaan al bekend.
Wat Anger doet is eigenlijk een vorm van geschiedschrijving. Hij
brengt zoveel details van allerlei eigenlijk allang vergeten
schandalen weer naar voren, dat het opeenstapelen van zulk soort
fetischen eigenlijk een soort eigen commentaar gaat vormen op
de zogenaamde officiële filmgeschiedenis en de rol die het
fenomeen 'Hollywood' daarin speelde.

     

[Sources mentioned] 

     David Dalton, "The Rolling Stones, the first twenty years,"
Alfred A. Knopf, New York, 1981.
     Arthur Lyons, "Satan wants you," Mysterious Press, New York,
1988.
     Sheldon Renan, "An introduction to the American Underground
Film," E.P. Dutton & Co., New York, 1967.
     Sandy Robertson, "The Aleister Crowley Scrapbook," W.
Foulsham & Co Ltd., London, 1988.
     Carel Rowe, "The Baudelairean Cinema," UMI Research press,
Ann Harbor, Michigan, 1982.
     Olivier Schmitt, "La violence vient du rêve: rencontre avec
le cineaste Kenneth Anger," Le Monde, mardi, 28 juillet, 1987.
     James Truman, "A look back at Anger," The Face, July, 1983.

----------------------------------------------------------


     A BIOGRAPHY OF KENNETH ANGER [in Swedish]
     
     by Michael Lindqvist 
     Swedish O.T.O (OTO Sverige) 


KENNETH ANGER - EN MAGIKER I LJUSETS SKEN

     "Jag oar engagerad i en forsoaljningskampanj pa lang sikt.
Jag har en enda produkt som jag soaljer: 1900-talets mest
missforstadda geni, Aleister Crowley." (Kenneth Anger) 
     Den amerikanske filmskaparen Kenneth Anger oar intressant av
manga skoal. Inte bara for sitt envetna producerande av
sinnesvidgande filmer i en klassisk avantgardistisk tradition,
och inte heller endast for sin fascination for Hollywoods gyllene
dagar.
     Kenneth Anger har skapat en egen mytbild av sig sjoalv,
filtrerad genom en beundran av och respekt for den engelske
poeten Aleister Crowleys liv och arbete. Och han
har konsekvent levt sitt liv som han sjoalv velat, liksom
Crowley, pa gott och ont. Detta har skapat en envis
synteskonstnoar som uttryckt sig i olika former, i olika media,
men alltid med en fanatiskt brinnande iver att delge sina
visionoara insikter till andra moanniskor.
     Vad vi utomstaende kan betrakta oar en sparsmakad men oanda
flamboajant konstnoar som knappast gar att soatta fingret pa,
oaven om man sa skulle vilja. Bill Landis icke auktoriserade
biografi "Anger" gjorde ett forsok att sproacka myten, men inte
ens den trottsamma tiraden av dunkla sanningar lyckades fullt ut
med att ge en heltoackande bild. Kenneth Anger oar onekligen en
produkt av sig sjoalv och kommer nog alltid att sa forbli...     
     Hollywood Babylon 
     Anger foddes ca. 1930 (redan hoar gar koallorna isoar, i fin
gammal Hollywood-tradition)i Santa Monica, Californien. Han
voaxte upp i Hollywood och befann sig salunda mitt i en elegant
smet av  filmstjoarnebarn och deras inte alltid sa eleganta
foroaldrar. Han tog danslektioner tillsammans med Shirley Temple
och fick huvuddelen av sitt skvaller fran Miriam Marx, Grouchos
dotter.
     Han medverkade oaven i en legendarisk Hollywoodproduktion,
Max Reinhardt och William Dieterles "A Midsummer Night's Dream"
fran 1934. Denna poetiska klassiker hade en fyraarig Kenneth
Anger i rollen som "the changeling prince". Den evokativa dekoren
och den bisarra blandningen av overvoarldslig fantasi och cyniskt
effektiv produktion gjorde ett starkt intryck pa
den unge Anger. 
     Poetisk produktion 
     Redan vid en tidig alder borjade han gora egna filmer. Med
familjens enkla 16 mm-kamera skapades produktioner med lika stora
matt mytologi och fantasi. I tonaren blev skapandet dock mer
seriost och redan vid 20 ars alder borjade han bli nagot av en
filmfestivalsveteran, mycket tack vare den officiella debuten
"Fireworks" (1947).
     Storre delen av 50-talet tillbringade Anger pa resande fot i
Europa. Han arbetade som assistent at Jean Coctaeu och
tillbringade oaven mycket tid pa det franska filminstitutet i
Paris. Da han hade rad, producerade han filmer. Da han inte hade
rad, skrev han skronor och moderna myter om det glamorosa livets
baksidor i 30-talets Hollywood.  Dessa texter sammanstoalldes
senare i bokform och kom da att kallas "Hollywood Babylon".
     60-talet betydde en aterkomst till USA och en fascination
for mer specifikt amerikanska temata.  Han borjade ocksa
forbereda sitt livsverk, en film om den fallne oangeln Lucifer,
som i Aleister Crowleys gnostiska mytologi motsvarade aspekter av
den egyptiske guden Horus. Filmen, "Lucifer Rising" (1980), kom
att ta lang, lang tid att producera men den framstar oan idag som
Angers "Magnum Opus", hans livsverk.
     70-talet innebar fortsatta resor i Egypten, Tyskland och
England, med Anger hela tiden filmandes och skrivandes. Och
80-talet, aterigen, ett atervoandande till USA. Trots att denne
soaregne filmskapare inte sloappt nagra officiella filmer for
visining sedan 1980 har han varit mycket aktiv pa manga andra
foalt: foreloasningsturnéer, bokprojekt, maleri och mycket
annat. Han har oaven foardigstoallt en del filmer som aldrig
visats offentligt utan endast salts direkt till samlare.    
     Homosexuella bekoannelser och annat 
     Den unge Anger var pa ett tidigt stadium intresserad av
mytologi och magi. Frazers "Den gyllene grenen" var ett
referensverk som intresserade och inspirerade. De forsta
trevande forsoken till filmskapande var noastan uteslutande
mytologiska scener, detaljer ur storre och imaginoara verk.
     Men det var inte forroan med "Fireworks" 1947 som Anger
skapade ett helgjutet sjoalvportroatt.  I filmen spelar han
sjoalv en ung man som brottas med sitt homosexuella uppvaknande.
I poetiska bilder visas den unge mannens kontaktsokande i
homosexuella miljoer, nagra rent sadistiska och destruktiva. 
Anger var stolt over filmen och skickade den genast pa
festivaler.
     Runt om i USA fanns det vid denna tid ett nyvoackt intresse
for filmens form. Sma och stora konstfilmsforeningar dok upp,
ofta i samarbete med muséer for modern konst. En hel
generation av nya filmkonstnoarer borjade fa chans att visa sina
verk pa nationell och internationell niva och Kenneth Anger blev
redan fran borjan en central punkt i denna rorelse.
     Jean Cocteau sag den slaende "Fireworks" pa en festival i
Europa och bjod in den unge filmskaparen att komma och hoalsa pa.
Anger blev naturligtvis overlycklig och akte snart, mot sina
foroaldrars vilja, till Frankrike. Detta efter att ha avslutat
oannu en film, "Puce Moment" (1949), i vilken vi ser en fiktiv
Hollywoodaktris kloa upp sig for Angers granskande kamera.
     Paris-Hollywood tur och retur
     Han arbetade som assistent at Coctaeu och arbetade
parallellt med egna filmprojekt. Manga av dessa manifesterades
aldrig helt och fullt ut, t.ex. en filmversion
av Lautreamonts dekadenta klassiker "Maldorors sanger". Men i den
man han kunde och hade rad, skapade Anger sma juveler av
koncentrerad filmkonst, t.ex. "La lune des lapins" (1950, sloappt
1972) och "Eaux d'artifice" (1953). Han reste runt, studerade
magi och mytologi vidare och hade alltid en filmkamera och ett
anteckningsblock med sig.
     1954 oarvde Anger en summa pengar och blev tvungen att
atervoanda till USA en period.  Som en sant besatt konstnoar
investerade han allt i filmen "Inauguration of the pleasure
dome". Denna experimentella explosion av foarg och form
aterskapade en mytologisk maskerad Anger tidigare hallit for sina
voanner och bekanta, bl.a. forfattarinnan Anaïs Nin och
konstnoarinnan Marjorie Cameron.
     I filmen ser vi de deltagande ta pa sig olika roller av
gudar och gudinnor i en befriande bacchanal av delirisk dekadens.
Anger lekte ordentligt med filmandet och klippningen och lyckades
skapa ett psykedeliskt och magiskt moasterverk av soallan skadat
slag. Bilderna ligger i foargstarka lager pa lager och ett
suggestivt klipptempo skapar en drom-alternativt  mardromsvoarld
utan mojlig atervoando till ett rationellt sinnelag. oaven denna
film fick flerfaldiga priser pa olika filmfestivaler runt om
i voarlden, inte minst for att den med sa pass sma medel lyckades
skapa sa pass avancerade effekter.
     En bests boning
     Efter denna veritabla orgie av filmskapande blev det sa dags
att atervoanda till Europa igen. Denna gang till den lilla
fiskebyn Cefalu pa Sicilien, doar Aleister Crowley 30 ar tidigare
organiserat en magisk koloni, "The Abbey of Thelema". I den
specifika villan hade Crowley och hans loarjungar malat varenda
voagg, golv och tak med mytologiska och religiosa motiv. Da
Mussolini sloangde ut Crowley med anhang fran Italien passade
byborna pa att mala over alla dessa unika voaggmalningar med vit
foarg...
     Anger spenderade doarfor lang tid i villan med att meditera,
utfora crowleyanska ritualer samt att forsiktigt soda av samtliga
voaggar. Han aterstoallde de gamla voaggmalningarna sa att de los
som nya och han dokumenterade allt detta arbete i en film for
engelsk TV, "Thelema Abbey" (1955). Denna film oar tyvoarr
forlorad for alltid, da TV-bolaget i fraga tidigare hade som
rutin att sloanga gammalt och "ointressant" material...
     Detta naturligtvis till fortret for savoal Crowley- som
Anger-studerande.
     Stilbildande popfilm
     Noasta produktion blev "Scorpio Rising" (1963). Kenneth
Anger hade hoar atervoant till USA och han kunde med fascinerade
ogon iaktta omvoalvande foroandringar i det amerikanska
samhoallet. Han valde att gestalta dessa foroandringar genom
motorburna ungdomars maniska besatthet vad goaller motorcyklar
och andra fordon. I den specifika kulturen fanns mycket Anger
fann vara signifkativt for kulturen i ovrigt: valds- och
maskindyrkan, latent homosexualitet, en sjoalvdestruktiv
frihetsloangtan och mycket annat.
     Resultatet, undergroundklassikern "Scorpio Rising", blev en
stilbildare for 60-talets MC-filmer och var oaven banbrytande i
dess anvoandande av samtida  poplatar  i samband med till
synes ej sammanhorande bildmaterial. Liksom manga av Kenneth
Angers verk, oar "Scorpio Rising" en film som agerat stilbildare
i generation efter generation av filmskapare. Anger anvoander
gammalt arkivmaterial, i detta fall en gammal Hollywoodproduktion
om Jesus liv, och klipper in detta i harda och brutala scener med
loaderkillar vars froamsta intressen definitvt inte oar
medlidande och koarlek...
     Resultatet blir, liksom i flertalet av Angers filmer, en
attack pa sinnena som kortsluter det rationella toankandet. Och
oaven om vi de senastedecennierna bombarderats med mer eller
mindre tomma formexperiment i klichémoassiga rockvideos,
sa gar det inte att forneka att alla Kenneth Angers filmer
fortfarande besitter en genuin makt att troanga sig igenom
skyddsytan i moanniskans betraktande. Det oar nagot i filmerna
som gor att man inte helt och fullt ut kan "skydda" sig mot
attacken och flodet av psykedeliska bilder.
     Ett kemiskt uppvaknande 
     Han spann vidare pa "Scorpio Risings" framgangar med
ytterligare en "maskinfilm", denna gang en smula mer poetisk
betraktelse over ungdomar som maniskt bygger och modifierar sina
egna bilar - "Kustom Kar Kommandos" (1965).
     Och efter detta borjade han arbetet med sitt 
livsverk/problembarn, "Lucifer Rising". Han bodde vid denna tid,
i mitten av 60-talet, pa den amerikanska voastkusten och kunde
med egna ogon (och sinnen) fascinerat betrakta det kemiska
uppvaknande som oagde rum hos unga amerikaner. Detta inspirerade
honom att oantligen ta itu med sitt Luciferprojekt.
     Anger ville visa hur den crowleyanska tidsaldern, "Horus
aeon", manifesterat sig runt omkring oss. Det psykedeliska
uppvaknandet var bara en aspekt av det hela och Anger ville,
ambitiost som alltid, visa hela spektrumet av bakgrund, aktuella
fenomen och oaven framtida skeenden. Dessa aspekter skulle,
enligt Anger, lotsa moanskligheten vidare in i den nya
tidsaldern.
     Allt visade sig dock vara loattare sagt oan gjort.
Svarigheter med finanisering och personliga brak med filmens
skadespelare ledde till problematiska och ledsamma forseningar.
Anger drog vidare till Europa igen efter att ha sammanstoallt en
kort version av det material som existerade, "Invocation of my
demon brother" (1969), och koampade vidare i jakten pa
finansioarer till det stora Luciferprojektet.
     Den korta tiominutersfilmen "Invocation..." oar en kraftfull
blandning som i ett rappt tempo visar Anger sjoalv pa The Haight
Theatre i San Francsico, framforandes en magisk ritual. Bilder
fran en Rolling Stones-konsert, MC-knuttar, satanistledaren Anton
LaVey och unga hippies som framfor en ritual med hallucinatoriska
effekter blandas in i ett sammelsurium av laddade bilder. Musiken
i filmen oar gjord av Stones Mick Jagger pa en av de forsta
Moog-modellerna som sloapptes pa marknaden och bidrar oaven den
till ett oforglomligt intryck.
     Lucifer fods och formas 
     Kenneth Anger hankade sig fram och lyckades fa ihop diverse
kapital i omgangar. Han anvoande dessa klumpsummor till resor,
faktiskt filmande och rekvisita. Resor till Egypten, hedniska
kultplatser i Tyskland och till synes avancerade studiotagningar
gav nog med materal till en version av filmen som
foardigstoalldes i mitten av 70-talet. I denna version finns
trollbindande musik av Led Zeppelins Jimmy Page, oaven han en
stor samlare av crowleyana. Men, liksom i manga fall i Angers
liv, forbyttes ett till synes fruktbart samarbete till dispyter
och bitterhet och Anger koande sig tvungen att aterigen revidera
filmen. Detta var dock en process som kom att ta en fem-sex ar
till.
     Den "definitiva" versionen av filmen dok upp 1980, denna
gang med ett soundtrack av Bobby Beausoleil and the Freedom
Orchestra. Denne Beausoleil hade oaven varit inblandad i det
ursprungliga Lucifer-projektet, men han hann domas for mord i
samband med den stora Mansonhoarvan innan nagot substantiellt
kunde ske. Till denna senare version av "Lucifer Rising" fick
Beausoleil nu i alla fall mojligheten att atminstone skapa
musiken - i foangelset...
     "Lucifer Rising" oar Angers mest komplicerade film, trots
att den egentligen oar den mest narrativa av dem alla. Langsamt
och tydligt beroattar han i rika bilder om hur Isis och Osiris
overvakar guden Horus fodelse och hur detta for med sig effekter
for moanniskorna som soallat sig till Crowleys profetior. Bl.a.
ser vi Jimmy Page i filmen, hallandes Crowleys centrala
"uppenbarelse-stela" (en stela fran ett egyptiskt museum som i
hieroglyfer forutspar den nya tidsaldern). "Lucifer Rising" oar
inte sa mycket ett avantgardistiskt formexperiment som Angers
tidigare filmer. Filmen oar snarare en magisk ritual i sig
sjoalv, en ritual som trollbinder askadaren att hoanfort betrakta
en sant religios skonhetsupplevelse.
     Den irrationella preferensen 
     Da man ser Angers filmer oar det loatt att forsta att hoar
oar en man som goarna vill soaga nagot. Men det oar inte alltid
sa loatt att "forsta" just exakt vad... Och det oar, enligt
Anger, inte meningen heller. Han ser hellre att askadaren insuper
helheten pa ett undermedvetet plan och senare, med detta som bas,
eventuellt reflekterar over symbolik och innehall.
     Angers filmer oar fulla av ett rikt symboliskt och
mytologiskt bildsprak och de flesta av filmerna har nagon slags
koppling till Aleister Crowley och hans Thelema-filosofi. Detta
gor naturligtvis att man skulle kunna tro att den som inte oar sa
bevoand med denna symbolik kanske uppfattar att han/hon gatt
miste om nagot... Men nej, sa enkelt oar det inte.
     De framgangar Anger ront genom decennier av 
lagbudgetskapande har knappast kommit genom de manga
Crowley-allusionerna utan mer tack vare ett konsekvent och
fascinerande arbete med filmens form och beroattandets
potentiellt manipulativa struktur. Anger oar en moastare pa att
leda folk in i sin voarld. Och det oar en voarld som man kan
tycka njutbar oavsett om man distinkt "forstar" de laddade
bilderna och montagen eller inte.
     Filmkonst for evigheten?
     Man kan fraga sig varfor han inte producerat mer film under
arens lopp. Svaret oar nog hans envishet och perfektionism. Om
han inte far som han vill later han hellre bli. Han har i princip
aldrig kompromissat i sitt filmskapande eller annars, och det
soager sig sjoalvt att ett sadant liv inte oar loatt om man
froamst arbetar i en sa pass kostsam konstform som film.
     Men idag, vid ca. 70 ars alder, oar Anger ingen valdsamt
bitter man for den sakens skull. Till skillnad fran manga,
generationskamrater och andra, har han fyllt sitt liv till fullo
med sin egen drom, med sina egna forhoppningar och sina egna
uttryck. Da eftervoarlden blickar tillbaka pa hans verk kommer en
enveten konstnoar att strala igenom filmerna. En konstnoar vars
soaregna formsprak och subtilt aggressiva vilja skapat filmer som
kommer att besta i lang, lang tid framover. aterigen, inte sa
mycket for deras crowleyanska och thelemiska tematik som for
deras kraft att hoanfora askadaren och fora honom eller henne
till en ny dimension av sinnliga upplevelser.  Och vem kan vara
besviken over ett sadant livsverk?


     Litteraturtips:
     "Anger" av Bill Landis (HarperCollins, New York, 1995, ISBN
0-06-016700-9)
     "Into the pleasure dome - The films of Kenneth Anger" av
Jayne Pilling & Mike O'Pray (red.) (British Film Institute,
London, 1989, ISBN 0-85170-266-X)

(Ur O.T.O. Sveriges tidskrift "Nornia" 1996. Copyright (c) Carl
Abrahamsson 1996)



Reply via email to