http://www.waterlandstichting.nl/index.php?pid=322

De handel in aandacht


Vrijheid, gelijkheid en solidariteit in onze samenleving worden
steeds ernstiger gehinderd door een laat twintigste-eeuws fenomeen
dat nog niet bestond toen die woorden voor het eerst werden gehoord.
Door de overheersende aanwezigheid van marketing in ons leven staan
genoemde idealen in de schaduw van de consumptiedrang van
consumenten. Marketing wordt in het algemeen ervaren als een
noodzakelijk kwaad, een eigenschap van het kapitalisme. Kritiek op
marketing wordt al snel een ouderwetse kritiek op het kapitalisme en
als Œcommunisme¹ weggezet.

Maar zou het kapitalistisch systeem niet even goed functioneren als
de marketeers een bescheidener marge krijgen toebedeeld om hun werk
te doen? Bijvoorbeeld door de praktijk van Œhet verhandelen van
aandacht¹ te beperken. Of burgers zelf dergelijke handel gaan negeren
of dat zij wordt belast dan wel gecriminaliseerd door de wetgever,
laat ik vooralsnog in het midden. Het gaat erom dat reclame, de
handel in aandacht, uit ons leven verdwijnt.

Het wordt nu volstrekt normaal gevonden dat met
televisie-uitzendingen of nieuwsberichten aandacht wordt Œingekocht¹
bij kijkers en lezers, die weer wordt doorverkocht aan adverteerders
die moeite hebben om op eigen kracht aandacht te krijgen. De
marktpartijen met de diepste zakken kunnen zich van aandacht
verzekeren en zij die geen aandacht kunnen kopen rommelen wat in de
marge. Zij leggen het uiteindelijk af tegen de beursgenoteerde
ondernemingen die wel toegang hebben tot het kapitaal om aandacht te
kopen. Ook al is het product of idee nog zo goed, er is een
ongelijkheid die de zogenaamd rationele onzichtbare hand die de markt
stuurt niet kan overstijgen.

Vooral de ideeën en producten die goed zijn voor onze planeet trekken
nu aan het kortste eind. Denk bijvoorbeeld aan lokaal geproduceerde
en milieuvriendelijke producten en diensten. Wereldwijd vermarkte
producten krijgen eerder uw aandacht dan iets uit uw eigen
postcodegebied. De geraffineerde marketingtechnieken en investeringen
om aandacht te kopen werken vooral goed op grote schaal. Het leidende
principe dient echter te zijn dat aandacht verdiend moet worden
doordat burgers elkaar vertellen over goede producten, diensten,
ideeën en mensen. Een volksvertegenwoordiger kan dan bijvoorbeeld
geen achterban Œkopen¹ met uitgekiende marketingtechnieken, maar moet
mensen overtuigen om anderen over hem of haar te vertellen. Dit
vereist een veel actievere rol van de burger omdat er in een
samenleving zonder handel in aandacht niets op je afkomt. Je moet om
je heen vragen of de diensten van een intermediair, zoals een
journalist of winkelier, inhuren. Dergelijk sociaal gedrag bevordert
de solidariteit die mensen onderling zullen voelen omdat men
ongemedieerd met elkaar praat.

Het probleem van de handel in aandacht is de afgelopen decennia
vooral accuut geworden door de relatief stormachtige technologische
ontwikkelingen die de distributie van informatie makkelijker en
goedkoper hebben gemaakt. Meer televisiekanalen vechten met elkaar om
de aandacht van de televisiekijker door zich meer te richten op die
paar basisemoties die mensen met elkaar delen: angst voor geweld,
interesse in de eigen voortplanting en wat daar zoal mee te maken
heeft. De onderwerpen die veel voorkennis vereisen en die per
definitie niet universeel zijn sneuvelen als eerste. Denk aan
culturele en politieke onderwerpen die debat en voorkennis vereisen.

Terwijl de concurrentie om aandacht tot in het oneindige kan
doorgaan, is de aandacht die ieder individu kan geven gelimiteerd. Er
zijn immers maar een beperkt aantal uren per dag, waarvan het
merendeel al gereserveerd is voor fysieke behoeften. Dit gegeven is
een geruststellende gedachte voor die marktpartijen die een recept
hebben uitgevonden om de aandacht te trekken van grote groepen
mensen. Zie in dit verband de indrukwekkende marktwaarde van
populaire televisieformats of dat beroemde Californische bedrijf dat
een bijna volledig aanbod van handige en innovatieve internetdiensten
Œgratis¹ aanbiedt. Deze bedrijven hebben de sleutel in handen om
toegang te krijgen tot die steeds lastiger te vangen consument.

De ongelijkheid in de maatschappij wordt versterkt door de
marketeers. Zij die weinig tijd hebben voor reclame ontwikkelen
vaardigheden en een netwerk om kritisch met informatie om te gaan.
Denk aan de mensen met een goede opleiding en een intensieve baan.
Zij hebben het geld om intermediairs in te huren om producten en
diensten uit te zoeken. Ze lezen een kwaliteitskrant en ze weten
doortastend te zoeken op internet. Aan de andere kant hebben we de
burgers die niet deelnemen aan het arbeidsproces en doorgaans ook een
kleiner sociaal netwerk hebben. Zij hebben veel tijd om aandacht te
geven aan reclame, net zoals bijvoorbeeld de jeugd dat heeft. De
televisie staat de hele dag aan als surrogaat-gezelschap en we
klikken gretig op banners die allerlei begeerlijks beloven. Dat ze
weinig geld hebben om uit te geven is geen probleem voor de
marketeer, want zogenaamd goedkope kredieten zijn ook heel goed te
marketen. Een consument met weinig tijd en veel geld is heel kritisch
met het geven van aandacht aan bronnen die zich opdringen. De
marketeers laten dergelijke consumenten ook met betrekkelijke rust
omdat de jeugd als doelgroep, die veel tijd en een groter besteedbaar
inkomen heeft, interessanter is. Niet alleen hebben ze minder vaste
lasten en zijn ze makkelijk te verleiden om producten met suiker of
alcohol te kopen, ze zijn ook nog niet zo merkentrouw als hun ouders.
De jeugd met obesitas en doordrinkfeesten verrassen ouders die door
hun kritische vermogen zijn buitengesloten uit de volledig vermarkte
mediacultuur van de jeugd, die niet lijkt op hun eigen jeugd met
televisie op woensdagmiddag en een fietstochtje naar de openbare
bibliotheek. Ze hebben toch het goede voorbeeld gegeven?

Hoe ziet een kapitalistisch systeem zonder reclame eruit? Eerst
moeten we duidelijk inzien dat het grootse probleem zit in het
inschakelen van derden die de inkoop van aandacht verzorgen. De
detaillist die zijn of haar naam aan de gevel bevestigt doet dat
niet, dat is louter Œindexiale reclame¹. Het probleem ontstaat pas
wanneer een ondernemer een andere partij, die met eigen investeringen
aandacht heeft weten te winnen van het publiek, betaalt om die
aandacht te krijgen. Zodra er geld van de ene partij aan de andere
partij wordt overgedragen begint het corrumperende effect. Dit is
typisch een soort transactie die de wetgever terug kan vinden in de
boekhouding van het Nederlandse bedrijfsleven.

Het hoeft niet te betekenen dat onze vrijheid wordt aangetast.
Iedereen is nog steeds even vrij als altijd om zijn of haar mening te
verkondigen. Het zal zelfs beter gaan omdat men niet hoeft te
concurreren met de laatste trivia uit de populaire cultuur. De
commerciële televisie en gratis kranten zullen wel andere
inkomstenbronnen moeten vinden. Bijvoorbeeld door donateurs te werven
of lidmaatschappen te verkopen, nadat die uitzendingen of teksten
onmisbaar zijn gemaakt voor kritische consumenten.

Het is moeilijk om deze kritiek door te laten breken naar een
democratisch relevante meerderheid, omdat reclame onvermijdelijk en
vanzelfsprekend lijkt te zijn omdat de media nu eenmaal op deze
manier worden gefinancieerd. Zodoende zal de kijker of lezer er ook
geen vragen bij stellen. ŒAls het u niet bevalt, dan kijkt u toch
niet?¹ is het impliciete antwoord van de handelaren in aandacht op
kritici. Dat is dan ook precies wat sommige kritische kijkers en
lezers doen, maar dat is geen oplossing voor het maatschappelijke
probleem. Het probleem is dat in reactie daarop het commerciële
mediaproduct zich nog meer richt op de grootste gemene deler in
plaats van zich aan te passen aan de behoeften van de kritische
kijker of lezer.

Verdere opsplitsing van het publiek in doelgroepen is door de moderne
technologie op grote schaal mogelijk, maar binnen al die niches
circuleert weinig geld. Een blogger over een specialistisch onderwerp
moet er wel een baan naast houden, terwijl via Paris Hilton de op
sensatie beluste aandacht van de massa¹s kan worden verhandeld. De
prostituee met wie acteur Hugh Grant in 1995 werd betrapt is
miljonair geworden, omdat iedereen haar verhaal wilde horen. De
publicaties voor kleine doelgroepen, zoals de publicatie die u nu
leest, blijven ondertussen armlastig.

Zodra consumenten moeten betalen voor informatie, worden zij
kritischer en benutten zij meer de ervaringen van anderen om te
achterhalen of iets dat geld waard is. Het werk van journalisten is
dan weer geld waard en consumenten zijn meer op elkaar aangewezen om
te kunnen oordelen over producten. Het is dan niet meer mogelijk om
via geraffineerde campagnes mensen grootschalig en verhoudingsgewijs
goedkoop aan te zetten om bepaald gedrag te vertonen. De consument
wordt zo een kritischer en rationelere consument en de aandacht gaat
meer uit naar die onderwerpen die het verdienen, ongeacht of zij in
het belang zijn van het collectief of het individu.

Reinder Rustema is docent media aan de Universiteit van Amsterdam en
webmaster van de website <http://www.petities.nl> De bijbehorende
petitie kan worden getekend op <http://aandachtseconomie.petities.nl>

Datum publicatie: 18-09-2007




Antwoord per e-mail aan